Naar schatting hebben bijna 40.000 kinderen te maken gehad met mishandeling tijdens de eerste lockdown in Nederland. Dit zijn er 25.000 meer dan in dezelfde periode in 2017. Kinderen kregen vooral te maken met emotionele verwaarlozing en waren getuige van huiselijk geweld. Dat blijkt uit onderzoek door het Instituut Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Leiden. Het is belangrijk om hier als TSO-medewerker bewust van te zijn, zodat er ingegrepen kan worden indien nodig.
Cijfers in Nederland
In Nederland zijn er naar schatting ieder jaar 119.000 kinderen het slachtoffer van kindermishandeling. En wellicht zijn deze cijfers zelfs nog een stuk hoger. Veel gevallen van kindermishandeling vinden immers achter gesloten deuren plaats en worden niet opgemerkt door de buitenwereld. Sinds 1 januari 2019 is de nieuwe meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht om ervoor te zorgen dat zowel huiselijk geweld als kindermishandeling zo snel mogelijk gesignaleerd en aangepakt kan worden.
Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling
Wist je dat er bij 20% van de kinderen die in Amsterdam op de Eerste Hulp terechtkomen sprake is van kindermishandeling? Dat is 1 op de 5 gevallen. Denk bij kindermishandeling niet alleen aan fysiek geweld, maar ook aan psychisch of seksueel geweld en verwaarlozing. De Meldcode helpt professionals bij vermoedens in dergelijke situaties. Aan de hand van 5 stappen bepalen professionals of ze een melding moeten doen bij Veilig Thuis (het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling) en of er voldoende hulp kan worden ingezet.
Wat te doen bij vermoedens
Als professioneel TSO-medewerker (pedagogisch medewerker) hoor je op de hoogte van het stappenplan kindermishandeling te zijn, want professionals in het onderwijs en kinderopvang hebben de plicht om melding te maken bij vermoedens.
Als vrijwillig TSO-medewerker is het je taak om je vermoedens te delen (via de TSO-coördinator of direct) met de leerkrachten of de directeur van je school. Deze nemen het over en beslissen of ze de procedure volgens de Meldcode opstarten.
Mocht je vermoedens hebben bij vreemd gedrag van een kind en blijf je een onderbuikgevoel hebben, neem dit serieus en praat erover met collega’s. En raadpleeg de signalenkaart. Daar vindt je een handige checklist met signalen van kindermishandeling per leeftijdscategorie.
Hoe werkt de meldcode voor professionals?
Bij signalen van kindermishandeling doorloop je een stappenplan. Een signaal kan een blauwe plek of brandwond zijn, maar bijvoorbeeld ook opmerkelijk gedrag van een kind. Na het in kaart brengen van signalen, uitvoerig overleg met collega’s en een gesprek met de personen in kwestie zal de professional bepalen of de vermoedens aanblijven en of er sprake is van acute of structurele onveiligheid. Aan de hand van een beroepsspecifiek afwegingskader kan vervolgens bepaald worden of er hulp geboden kan worden, of dat er een melding moet worden gedaan bij Veilig Thuis. Veilig Thuis kan vervolgens checken of er meer meldingen zijn gedaan en biedt ondersteuning zodat het kind de juiste hulp krijgt.