vrijdag 20 maart 2020

rubriek: ,

Zwarte School

Het licht ging er vanzelf aan. Op de vloeren lag glanzend linoleum. De wc’s hadden marmeren vloeren en wastafels met goudkleurige kranen die vanzelf gingen lopen als je je hand eronder hield. Het was eind jaren ’90 en er waren miljoenen subsidie uitgetrokken voor een integratieproject dat moest leiden tot meer inbedding van allochtonen in de buurt. De Diamant was buurthuis, naschoolse opvang en lagere school ineen. De kinderen moesten het gevoel krijgen dat ze de moeite waard waren als tegenwicht tegen de armoedige omstandigheden waarin ze opgroeiden.

J Lo


‘Je lijkt precies op J Lo!’ riep een meisje toen ik de klas binnenkwam. ‘Ben jij Joods?’ vroeg een ander. ‘Eet jij varkensvlees?’ gilde een kind. Ik grinnikte maar wat als reactie, want dat ik zowel kosher als een varken als de mooiste vrouw van de wereld was in een adem gaf aan dat ze een nogal onrealistisch beeld van Nederlandse vrouwen hadden.


Jongens en meisjes apart


De meisjes hadden een zolder die voor hen was omgebouwd tot speellokaal, terwijl de jongens naar buiten gingen om te voetballen. Dat liep steeds opnieuw uit op vechtpartijen en stenen door de ruiten van de omliggende panden. Ouders kwamen niet naar ouderavonden en waren ook niet aanspreekbaar op het gedrag van hun kinderen, waarvan sommigen, naar men zei, met een aardappelmesje op zak tot ’s avonds laat op straat rondzwierven.

Leiderschap


‘Hoe zou jij jouw type leiderschap willen omschrijven? Als laissez-faire, democratisch of autoritair? Ik denk, zei de coördinatrice, zonder mijn antwoord af te wachten, dat jouw stijl meer laissez-faire is, klopt dat?’ Dat klonk wel mooi, dus ik antwoordde bevestigend.
‘Ik niet,’ reageerde ze fel, ‘ik hang de autoritaire stijl aan en als ik jou was zou ik dat ook maar doen, want de zachte aanpak werkt niet bij deze kinderen.’ Je kon inderdaad zo een steen tegen je hoofd krijgen tijdens de overblijf. In die zin twijfelde ik er zelf ook aan of mijn laid-back benadering wel de juiste aanpak was.

Vuistslag


Tijdens een wild spel op de zolder wilde niemand nog luisteren. De coördinator zat met een burn-out thuis en ook de directeur had het niet volgehouden. Mijn collega Bruno en ik waren als enigen over van de ploeg overblijfmedewerkers waarmee wij vol goede moed gestart waren in september. Opeens zag ik de vuist van een van de meisjes op mijn gezicht afkomen: Bam! Recht op mijn neus. Ik had dagenlang pijn en er was niemand om bij te gaan klagen. Ik besloot, na negen maanden, dat het nu wel genoeg geweest was.

Afscheid


De kinderen maakten een prachtig boekje ter afscheid voor mij met tekeningen zo lief dat ik er tranen van in mijn ogen kreeg. Gadesha, het meisje dat mij geslagen zat met haar handen voor haar gezicht te snikken. In de tram kwam een groepje meisjes naar mij toe: ‘Sorry juf, dat we zo stout geweest zijn. We vonden je heel lief en je had veel geduld met ons.’

‘Het geeft niet,’ zei ik. ‘Ik neem het jullie niet kwalijk.’ Ik twijfelde wel over mijn beslissing, maar het was al te laat. Als ik geen afscheid had genomen waren deze aardige dingen immers nooit tegen mij gezegd.

Soms kom ik het boekje met de stralend rode kaft en vrolijke glitters nog tegen bij het opruimen van oude spullen. Er staat een foto in van de klas van toen. Ik weet de namen niet meer van de kinderen, maar weggooien kan ik het niet. Het blijft een waardevol geschenk.