dinsdag 4 december 2018

rubriek: ,

Doe jij dit ook?

We spreken kinderen vaak aan door het stellen van vragen als:


  • Doe je dat thuis ook?
  • Zou je het leuk vinden als… (bijvoorbeeld: zij dat bij jou doet?)
  • Denk je dat ik dat leuk vind?
  • Wat doe jij nou?
  • Vind je dat normaal?

Weet je waarom je in een eerste reactie vaak dit soort vragen stelt? Je wilt het kind laten nadenken. Je wilt dat het zelf beseft dat het fout bezig is.

En krijgen als antwoord ...


De vragen hierboven geven meestal niet het door jou gewenste antwoord. Je hoort, zeker van mondige bovenbouw kinderen, vaak antwoorden als:

  • Doe je dat thuis ook? Ja, dat doen wij
  • Zou je het leuk vinden als… (bijvoorbeeld: zij dat bij jou doet?) Boeit me niet
  • Denk je dat ik dat leuk vind? Ja
  • Wat doe jij nou? Ik doe niets
  • Vind je dat normaal? Ja

Gesprekstoppers


Dit soort antwoorden stoppen een gesprek. Je voelt je met een mond vol tanden staan. Je voelt je misschien boos worden. Je vindt het brutale reacties enz. Jongens uiten zich vaker dan meisjes op deze manier. Zijn er ook nog vrienden in hun buurt dan willen ze niet afgaan. Volgens Hans Kaldenbach zullen kinderen als ze bestraffend worden aangesproken in de ontkenning gaan. Ze kijken van je weg. Het zit in hun natuur.

Voorkom een impulsieve reactie


Probeer uit die eerste vraagimpuls te stappen. In plaats van vragen stellen zeg je, liefst onder vier ogen, wat je wilt dat er gebeurt. Houd het kort. Laat een stilte vallen, dat geeft rust. Het kind kan dan laten bezinken wat jij zegt.