dinsdag 26 juni 2018

rubriek: ,

Kaders, grenzen en regels

Spelen met een kader of grens


Wanneer kinderen onrust ervaren, is het voor sommige kinderen moeilijker om tot spel te komen. Het stellen van kaders kan kinderen hierbij helpen. Kaders in het spel zijn als de grenzen. Soms zijn deze grenzen tastbaar (als spelen op een kleed), klein (als spelen op een A4 papier) of groot (we spelen in het thema Heksen). Op veel verschillende manieren kun je kinderen op deze manier helpen om makkelijker tot spel te komen. De kaders zijn geen doel, zet ze in als hulpmiddel als een kind hierdoor rust kan ondervinden en hierdoor makkelijker tot spel kan komen.

Bedenk je eigen kader


Kinderen die behoefte hebben aan grenzen in hun spel zullen hier ook zelf in mee kunnen denken. Laat ze voorstellen waar ze gaan spelen (kader 1) en bijvoorbeeld met welk materiaal (kader 2). Om het spel op te starten kan dit de kinderen helpen. Spelen de kinderen een ontspannen spel, dan zijn de kaders ondergeschikt en kunnen ze worden vergeten.

Kaders in het samenspel


Ook regels zijn een vorm van kaders in het spel. Sommige spellen hebben baadt bij regels, als een voetbalspel. Flexibel kunnen omgaan met deze regels is voor sommige kinderen lastig. Door ze vooraf aan het spel de regels te laten opschrijven, geef je hen een kader waar ze op terug kunnen vallen.

Samen spelen op een groot A3 papier geeft een nieuwe uitdaging. Kaders lijken het spel te verkleinen (als je bouwt op de vlak), terwijl de spelmogelijkheden vaak verruimen. Door te spelen binnen de kaders worden materialen beter bekeken en vaak op verschillende manieren ingezet.

Veel speelplezier!