Ik had een boeiend gesprek met Moniek Mors en Tina Wrede. Zij hebben in hun praktijk veel te maken met wat zij noemen de ‘gevolgschade’ van ADHD en ADD. Door de vele botsingen met de omgeving veroorzaken ADHD en ADD ongemerkt veel stress en onzekerheid bij kinderen met deze aanleg. Precies dat is waar de kinderen en ook volwassenen eigenlijk meer last van hebben dan van de ADHD of ADD zelf.
Hoe mooi zou het zijn als we op school en in de TSO er voor zorgen zo min mogelijk gevolgschade te veroorzaken. Ik ben er een heel groot voorstander van!
Hieronder heb ik de adviezen en tips van beide dames voor je op een rijtje gezet.
Goed om te weten
Ieder kind is uniek dus ook ieder kind met ADHD. Hoe graag je misschien zou willen dat er kant en klare oplossingen zijn die voor alle kinderen werken ... ze zijn er niet.
- Kinderen met ADHD hebben een aanleg die er voor zorgt dat alles wat er om hen heen gebeurt versnelt of versterkt. Ben je bijvoorbeeld onderzoekend van aard dan zie je dat versterkt terug bij het kind.
- Ze staan in een enorme spanning stand. Dit vraagt heel wat van hun lichaam. Daardoor komen boodschappen van buitenaf niet altijd goed binnen. De spanning kan leiden tot haantjesgedrag maar ook tot somberheid.
- Het rechtvaardigheidsgevoel is vaak groot. Als iets niet als eerlijk wordt ervaren zal het kind je dit duidelijk kenbaar maken.
- Ieder kind leert op een andere manier. De een moet bijvoorbeeld zien wat er moet gebeuren, de ander hoort het liever. Je bereikt meer door aan te sluiten op de voorkeursstijl.
- Sommige kinderen merken veel op en zeggen ook onomwonden wat ze zien. Weet dat dit niet bedoeld is als kritiek, om te kwetsen of om iets niet te willen doen.
- Ze zijn extra gevoelig voor schuld en schaamte.
- Ga er van uit dat gedrag dat jij als storend ervaart niet kwaadwillend is bedoeld. Het kind heeft jou nodig om te leren en ontdekken.
Tips voor jouw houding naar kinderen met ADHD
Tina Wrede geeft aan dat het heel belangrijk is dat we echt contact maken met het kind. Je gehoord en gezien voelen is voor deze kinderen extreem belangrijk. Kijk achter het gedrag. Een kind dat de hele dag te horen krijgt dat het de dingen niet goed doet ontwikkelt een laag zelfbeeld met alle gevolgen van dien.
Als je zelf niet gelooft in jouw aanpak of geen vertrouwen hebt in het kind dan gaat niets werken. Juist deze kinderen voelen dat haarfijn aan. Wees dus heel zuiver. Heb het over gedrag en niet over hoe het kind is. Keur een kind nooit af. Laat kinderen fouten maken en deze fouten zelf weer oplossen. Bepaal altijd de buitenkaders/grenzen waarbinnen ruimte is voor inbreng van het kind. Kaders/grenzen geven een gevoel van veiligheid.
Daarnaast is het goed kinderen te betrekken op bijvoorbeeld de volgende manier:
Ik heb even je hulp nodig. Hoe kan ik deze zware doos het lokaal in krijgen?
Zo doe je een beroep op de bewegingsbehoefte en de creativiteit. Je hebt dan gelijk een reden om een compliment te kunnen geven. Laat deze kinderen taken doen, zich verantwoordelijk voelen.
Focus op wat wel werkt met het kind.
Tips voor jouw communicatie
Stel op vriendelijke toon vragen als:
- Wat helpt jou om ...?
- Wat vind je fijn?
- Wie wil er eerst nog even 5 minuten rennen?
Als een kind moppert wordt dan niet boos. Reageer eens met:
- Wat is jouw vraag? of
- Wat wil je?
Reageer en bespreek vooraf zodat er minder hoeft te worden ingegrepen. Bijv. Ik weet dat je graag mee wilt voetballen. Welke afspraken zullen we vandaag maken over het voetballen?
Houd buiten contact door bijv. iedere 10 minuten te checken of het spel nog goed verloopt of dat er iets nodig is. Oogcontact kan ondersteunend zijn. Maak een aanmoedigend handgebaar of geef eens een knipoog.
Waarschuw 5 min van te voren dat het zo tijd is om ... bijv. de fietsen naar de schuur te rijden.
Zo zorg je voor extra steun
Moniek Mors raadt aan om foto’s of pictogrammen voor de hele groep te gebruiken. Op deze afbeeldingen staat wat er moet gebeuren. Bijvoorbeeld: eten, broodtrommel in tas opruimen, jas pakken, buitenspelen. Kinderen die visueel zijn ingesteld geeft het extra houvast. Geef altijd ruimte voor beweging, voor het kwijt kunnen van energie. Houd de stilzit momenten zo kort mogelijk.
Check ieder kwartaal wat de behoefte in de TSO groep is. Hoe loopt het? Wat is er veranderd? Moeten we iets aanpassen? Extra aandacht geven of ...? Op die manier loop je niet achter de feiten aan.
Wist je dat
Sommige kinderen met ADHD al zo’n ‘masker’ ontwikkeld hebben dat complimenten niet meer binnenkomen? Werk dan eerst aan de relatie met dit kind. Is er iemand in het team die iets meer met het kind heeft laat dat dan de vaste contactpersoon zijn.
Doe het niet alleen
Betrek in de begeleiding van deze kinderen altijd
- het kind zelf
- de TSO coördinator
- de leerkracht
- ouders
- eventueel de Intern Begeleider
Probeer altijd zoveel mogelijk gebruik te maken van de wijsheid van kinderen. Vraag het kind: Wat moet ik vooral niet doen /wel doen zodat het goed (met je) gaat?
Heel veel succes in de TSO!