woensdag 17 mei 2017

rubriek: ,

Opgesloten op de wc

Tijdens het buitenspelen ontstond ruzie tussen twee jongens. De tso-medewerker kwam er bij maar voor ze iets had kunnen zeggen rende een van de jongens woedend naar binnen. Hij sloot zich op in de wc. Ze had bij de wc-deur gestaan en gezegd dat hij er direct af moest komen. Je mag namelijk niet naar binnen zonder vragen. Toen hij er niet snel uit kwam heeft ze hem maar even gelaten want ze wist niet meer wat ze moest doen. Ze vroeg mij wat ik daar van vond. ‘Een interessant geval’, zei ik. We schoten samen in de lach.

Ik vroeg haar hoe hij 10 minuten later van de toilet was gekomen. Hij was rustig weer naar buiten gegaan. Ze had hem nog wel even op zijn kop gegeven dat hij niet naar binnen mocht gaan zonder dat te vragen. De verdere pauze bleek er geen probleem meer te zijn tussen hem en het andere kind.

Het gaat hier eigenlijk over 2 verschillende dingen die door elkaar zijn gaan lopen:

  1. Emotiecontrole
  2. Houden aan regels

Emotiecontrole is een hele klus


Je staat er misschien niet bij stil maar het is voor kinderen een hele klus om te leren de emoties onder controle te houden. Als er boosheid of frustratie ontstaat kunnen jonge kinderen heel lichamelijk reageren. Ze gaan bijvoorbeeld duwen, trekken of slaan. Hoe meer je je kunt uiten in taal hoe minder je met je lichaam zult reageren. Je moet daarnaast ook nog leren welke emotie je eigenlijk voelt. Een volwassene die emoties benoemt is daarbij een grote hulp. Naarmate kinderen ouder worden gaat dat steeds beter. Ze zullen steeds beter onder woorden kunnen brengen wat ze voelen en denken. Realiseer je dat volwassenen ook nog geregeld moeite hebben om hun emoties te controleren.

In de situatie hierboven koos de jongen er voor om weg te rennen in plaats van de ander te schoppen of slaan. Hij zocht rust en vond die op de wc. Even weg van de anderen kon hij zichzelf herpakken. Hij voelde zich namelijk erg gefrustreerd omdat hij zijn zin niet kreeg bij een spel. Eigenlijk verdient hij een compliment. Hij nam in een fractie van een seconde een beslissing die voor hem goed was. Hij wist wat hij nodig had om rustig te worden. Hoe goed is dat?

Boos worden op geëmotioneerde kinderen lost meestal niet veel op. Je bent dan samen boos. Dat is geen handige situatie.

Dit kan je doen


  • Praat kort met het kind in plaats van tegen het kind. Hiermee bedoel ik dat je vragen stelt in plaats van bestraffend toespreken.
  • Vraag bijvoorbeeld: ‘Hielp het om even alleen te zijn?’
  • Vraag wat er gebeurde op het schoolplein
  • Geef een compliment. Bijvoorbeeld: ‘Wat goed dat je wist wat je nodig had om rustig te worden.’
  • ‘Zeg mij, als het je lukt, volgende keer dat je even rust nodig hebt en naar binnen gaat. Ik weet dan waar je bent.’ Zo houdt hij zich aan de regels en heb jij het overzicht.
  • Vraag of er nog iets met het andere kind moet worden uitgesproken.

De angst van bijna iedere TSO medewerker


Straks gaat iedereen naar binnen rennen. Deze angst is altijd onterecht. Weet dat het maar een klein groepje kinderen is waar dit voor geldt. De meeste kinderen willen namelijk (door)spelen. Jij kent jouw groep en je weet vast wel voor wie dit zou kunnen helpen. Gecontroleerd naar binnen mogen gaan is iets anders dan ongecontroleerd in en uitrennen. Een rustige plek kan overigens ook buiten worden gecreëerd.

Kinderen zijn de hele dag in een groep. Is er op jouw school een plek waar kinderen even rust kunnen vinden?

Veel succes in de TSO!