woensdag 21 september 2016

rubriek: ,

Wat kun je als tso-medewerker doen tegen pesten?

Van 19 tot 23 september is het de landelijke week tegen pesten. Het thema van deze week is #jedoetertoe. Leerkrachten en opvoeders kunnen namelijk het verschil maken.

Wat is pesten?


Ook als tso-medewerker kun je te maken krijgen met kinderen die elkaar pesten. Dit kan met woorden, maar ook met daden zijn. Meestal probeert de pester zijn slachtoffer onderuit te halen zodat hij zichzelf niet kwetsbaar hoeft op te stellen. Wanneer er binnen de groep een groot pestprobleem is dan is het niet de taak van de tso-medewerker om dit op te lossen. De verantwoordelijkheid ligt altijd bij de leerkrachten. Wel kan de tso-medewerker laten zien dat hij tegen het pesten is en dit zoveel mogelijk voorkomen. Dit kan je doen door onderstaande tips op te volgen.

1. Investeer in de relatie


Kinderen vinden het fijn dat ze gezien worden. Het is dan ook van belang dat je de kinderen aandacht geeft en luistert naar hun (school)verhalen. Probeer van het eten een gezellig moment van samenzijn te maken. Zeker kinderen die regelmatig lastig gedrag laten zien hebben de behoefte aan een praatje. Door hun positieve aandacht te geven gaan ze het minder snel op een negatieve manier (klieren en anderen treiteren) vragen.

2. Neem het slachtoffer serieus


Wanneer een kind bij je komt met het verhaal dat het gepest wordt is het belangrijk dat je luistert naar het kind. Laat het zijn of haar verhaal doen en neem het kind serieus. Geef het kind nooit de schuld door bijvoorbeeld te zeggen: “Probeer dan eens wat meer voor jezelf op te komen”. Geef het kind een knuffel of aai over het hoofd en geef aan dat je met de betreffende leerling gaat praten. Indien het pesten tijdens het overblijven vaker voorkomt is het belangrijk om dit ook met de leerkracht te bespreken.

3. Ga met de leerling die pest in gesprek


Neem het kind apart en vertel wat je gehoord of gezien hebt. Zorg ervoor dat hier geen andere kinderen bij zijn, want anders durft hij zich niet kwetsbaar op te stellen. Word niet boos op het kind, maar vertel op een rustige toon de feiten. Geef aan dat je het gedrag niet accepteert en dat hij het met de gepeste leerling goed moet maken. Vraag aan het kind of hij zelf een goede oplossing heeft, bijvoorbeeld door een hand te geven en sorry te zeggen. Weet het kind geen oplossing geef dan een paar minuten denktijd. Op deze manier kan het kind er rustig over nadenken en wordt het verantwoordelijk gemaakt voor het probleem.

Door bovenstaande stappen te volgen geef je duidelijk de grenzen aan en ervaart de groep dat jij het belangrijk vindt dat de kinderen zich veilig voelen. Kom je er niet uit of lukt het niet om de ruzie op te lossen schakel dan altijd de leerkracht in.