Een Amerikaans psycholoog, Thomas Gordon (1918–2002), werkte dit uit tot de Gordon-methode. Zijn boeken worden nog steeds gelezen en vorig jaar kwam er nog een herdruk uit. Een prettige manier die beide partijen in hun waarde laat.
Gedragsraam
Gordon leert ons dat wil je gedrag begrenzen je de ander moet confronteren met zijn of haar gedrag. De beste manier om dit te doen is door zo objectief mogelijk het gedrag te beschrijven waar je last van hebt, zonder oordeel. Dat laatste is het moeilijkst maar je kunt leren. Allereerst door je bewust te worden van je oordeel en daarna door te kijken naar het gedrag alsof je door een raam kijkt, alsof je het filmt. Wat zie je, wat gebeurt er, wat hoor ik? Het oordeel is wat jij ervan vindt (bijvoorbeeld irritant, kinderachtig, etc.).
Wie heeft het probleem
Gordon zet het gedrag als het ware in een gedragsraam en verdeelt dit in drie vakken: gedrag dat acceptabel is en geen probleem (kinderen eten rustig aan de tafel), gedrag dat een probleem is voor het kind (een kind heeft beleg op haar brood dat ze niet lust) en gedrag dat we niet accepteren (bijvoorbeeld uitschelden) en wat ons probleem is. Daarbij hebben we te maken met een acceptatielijn die kan verschuiven (omstandigheden, ikzelf, het kind). Dus als ik een probleem heb met het gedrag van de ander, moet ik er iets van zeggen en is het mijn probleem.
Confronteren
Confronteren met gedrag gaat volgens Gordon het best door een confronterende ik-boodschap. De ander moet horen wat het gevolg is van dit gedrag. Kinderen zijn zich hier vaak niet bewust van en op het moment dat ze dit van jou horen, kunnen ze kiezen; ga ik door of kan ik mijn gedrag veranderen? Dat zal niet altijd meteen gebeuren. Gordon vindt dat je geen oplossing moet geven; de ander krijgt ruimte om na te denken, te vertellen zodat jij actief kunt luisteren. Daarover vertel ik de volgende keer meer.
Verschillende ik-boodschappen
Je kunt verschillende ik-boodschappen geven:
- Positieve ik-boodschap: Ik zie dat jullie zelf al de tafels hebben schoongemaakt! Super!
- Beschrijvende ik-boodschap: Ik ga nu naar het plein en jullie blijven hier tot je brood op is.
- Confronterende ik-boodschap: Ik hoor dat jij Anja uitscheldt, nu moet ze huilen.
De confronterende ik-boodschap, moet voldoen aan 4 criteria:
- Zal de ander zijn gedrag veranderen door mijn reactie?
- Laat mijn reactie de ander in zijn waarde?
- Zal mijn reactie de relatie tussen ons niet schaden?
- Laat mijn reactie de oplossing open?
Een confronteren ik-boodschap volgens Gordon
- Gedrag: Wat zie of hoor ik als onacceptabel gedrag?
- Gevolg: Wat is het gevolg van dit gedrag voor mij, voor de groep
- Gevoel: Welk gevoel roept dit gedrag bij mij op? Dit kun je ook non-verbaal uiten.
Een voorbeeld
Je merkt dat je de laatste tijd steeds langer moet wachten totdat het stil is voor het eten. Is het net stil, geeft een kind een keiharde boer. Natuurlijk kun je erom lachen, kun je er een grap over maken; allerlei reacties zijn mogelijk maar probeer eens een confronterende ik-boodschap: Jij geeft een keiharde boer (gedrag) terwijl net iedereen stil was. Nu is de hele groep weer onrustig en moeten we nog langer wachten voordat we kunnen eten (gevolg). Ik vind dat heel vervelend (gevoel) en je kijkt boos.