Nieuwe FLOW voor oud spelen - deel II

Go in the FLOW is een begrip door het onderzoek van Mihaly Csikszentmihalyi. Hij kreeg van een groot bedrijf de vraag hoe het toch kwam dat de ene werknemer, met dezelfde diploma’s en werkervaring, toch zoveel beter kon presteren (en daarmee gelukkiger was) dan zijn collega. Zijn antwoord is FLOW. Hij toonde aan dat mensen die plezier hebben in hun werk, daar een zekere vrijheid in vonden om te zoeken naar eigen oplossingen, beter presteerden, zich meer ontwikkelden en zich gelukkiger voelden dan de collega’s zonder.

Het nieuwe spelen heeft Flow nodig … bij kinderen én volwassenen

• Flow blijkt uit jouw houding, jouw waardering en jouw plezier in wat kinderen bedenken, doen en willen. Laat ze spelen. Gebruik je ogen om te zien……en te corrigeren.
  
  
• Jouw houding spreekt boekdelen. Geef FLOW door uit te stralen dat je graag TSO medewerker bent, in een leuke overblijf waarin niet het grenzen bewaken voorop staat maar de ruimte gebruiken.
  
  
• Jouw betrokkenheid blijkt uit je kleding…waarin je goed bewegen kunt en niet bang bent voor een vlek.
  
  
• Jouw stem stoort niet. Wie verder dan jouw lichaamslengte van je af staat, roep je niet maar wenk je of je loopt naar hem of haar toe.
  
  
• Jij bent er voor de kinderen. Hoe aardig je collega’s ook zijn, je praat tijdens de TSO alleen over TSO zaken van het moment.
  
  
• Laat merken dat je niets voorzegt, maar geïnteresseerd bent in wat kinderen kunnen verzinnen. Luister! Vraag door.
  
  
• Stel jij vragen die beginnen met wie, wat, waar, hoe, wanneer (zie deel I), zonder de antwoorden direct van tafel te vegen omdat aannames, alles onmogelijk lijken te maken.
  Een voorbeeld: In een TSO vroegen kinderen of ze oerwoud mochten spelen. In plaats van het idee de kop in te drukken met logische argumenten als geen tijd, geen middelen, geen geld en geen goed idee, werd doorgevraagd. Het eindresultaat bestond uit kinderen in alle leeftijden die aap waren in het klimrek, met hier een daar een hongerige tijger. (waar met enige moeite een TSO medewerker in te herkennen viel).
  
  
• Geef materialen waarmee kinderen op veel manieren kunnen spelen, zoals lappen, (wc)papier, planken, touw, blokken of laat bekend speelgoed op een andere manier gebruiken. LEGO bijvoorbeeld…alles mag behalve iets maken.
  
  
• Daag uit om bekend spel te variëren…bijvoorbeeld door competities (Wie zou hier ook op een andere manier mee kunnen winnen….hoe kun je nog meer hardlopen of springen), thema’s (Vandaag doen we alles op een andere manier). Hoe? Bijvoorbeeld…bijvoorbeeld als dieren, of alsof we niet kunnen lopen of alleen kunnen fluisteren of zingen).

De belemmeringen voor het gebruik van bij FLOW

Lees in deel I van dit artikel meer over belemmeringen bij ons zelf voor het gebruiken van FLOW.

Marianne de Valck, Adviesbureau Spelen en Speelgoed