De schooltijdenmodellen op een rij
- Traditionele model waarbij de school start tussen 8.30 en 8.45 uur, uitgaat tussen 14.30 en 15.30 uur, de kinderen tussen de middag thuis eten of overblijven met woensdagmiddag vrij;
- Hoorns model, als het traditionele model waarbij kinderen ook op vrijdagmiddag vrij zijn;
- Vijf-gelijke-dagen-model waarbij er geen vrije middagen zijn, een korte middagpauze en kinderen vaak om 14.00 of 14.30 uur klaar zijn;
- Continurooster waarbij kinderen vier 'lange' dagen les krijgen vaak tot 14.45 uur met een korte middagpauze en op woensdagmiddag vrij zijn;
- Bioritmemodel waarbij kinderen leren van 10.00 tot 12.00 uur en van 14.30 tot 16.30 uur. De periode daartussen wordt aan lunch, ontspanning, cultuur en sport besteed;
- 7-tot-7-model waarbij kinderen een aaneengesloten programma in blokken onderwijs, opvang, sport en ontspanning krijgen. De school heet dan Integraal Kindcentrum (IKC) en is het hele jaar van 07.00 tot 19.00 uur open.
Ruime tijd om te bewegen tussen de middag is goed voor het leren
Alle onderwijsonderzoekers zijn het met elkaar eens dat jongens in verhouding tot meisjes op de basisschool steeds minder gaan presteren. Bij het zoeken naar de oorzaken wordt voortdurend gewezen op de onderwaardering van het belang van goede testosteron-verhoudingen voor leren. Jongens bouwen in leersituaties testosteron op die ze stilzittend niet kwijt kunnen. Ze moeten bewegen omdat ze met een teveel testosteron duf worden. Een half uur flink bewegen, doen wat het lijf en hart ingeven is nodig om het evenwicht te herstellen.
Gaat het om de kinderen of ouders?
Laten we eerst kijken naar wat kinderen nodig hebben. Wat geeft een optimale ontwikkeling? Hoe kunnen we op school onderwijs en vrije tijd goed combineren? Daarna maken we realistische kostenplaatjes en tenslotte zorgen we voor afstemming op werktijden van ouders. Laten we het niet gaan omkeren en de kinderen (en zeker de jongens) uit het oog verliezen.
Verkeerde redeneren om over te stappen naar een ander model
In de praktijk zien we scholen soms om verkeerde redenen overstappen naar een ander model. Tragisch voor de kinderen en problematisch voor de leerkrachten:
- Een niet goed georganiseerde TSO door een kinderopvangorganisatie. Hierdoor moeten ouders soms uit 'twee kwaden' kiezen en zwicht men uiteindelijk voor een continurooster;
- Het wegvallen van ervaren, vrijwillige krachten of moeite hebben om vrijwillige krachten te vinden en te behouden;
- De recentelijke, onnodige angst voor een belastingaanslag over de vrijwilligersvergoeding;
- De kwaliteit van de TSO is soms onnodig gedaald omdat geld in de lumpsum, dat voor de TSO bedoeld is, voor andere zaken aangewend is.
Wie betalen het continurooster?
Gaat de school vroeger uit omdat er geen TSO meer is, dan is er na school meer opvang nodig. Maar de naschoolse opvang is duurder dan TSO. De TSO wordt gedaan door vrijwilligers tegen een lage vrijwilligersvergoeding; De NSO door betaalde beroepskrachten die een marktconform salaris krijgen en waarover premies moeten worden betaald. Dit is uiteraard duurder. Ga maar na: De gemiddelde overblijf kost €1,75 à €2,00. En wat kost een uur naschoolse opvang? Zelfs met KO-toeslag zijn meeste ouders duurder uit.
Wat kun je als overblijfmedewerker doen?
Lees het artikel Overblijfmedewerkers en hun vragen over andere schooltijden