woensdag 10 juni 2015

rubriek: , ,

Overblijfmedewerkers en hun vragen over andere schooltijden

Op dit moment zindert het van verandering in het onderwijs; hoe het wordt gegeven maar ook wanneer en op welke tijden. Scholen voeren andere roosters in of experimenteren eerst met andere tijden. Waarom willen scholen dit? Wat betekent dit voor het overblijven, welke positie neem je in als overblijfteam en hoe kun je invloed uitoefenen?

Waarom zouden scholen andere schooltijden willen?


De vraag om verandering kan van school komen of vanuit de ouders. De schooltijden sluiten bijvoorbeeld niet meer goed aan bij de werktijden en bij de behoeften van ouders en kinderen. Vanuit de school kan de vraag om andere tijden ingegeven zijn doordat de overblijf moeilijk loopt of dat er geen ouders of andere vrijwilligers meer te vinden zijn die de overblijf willen doen. Meer rust en regelmaat is ook vaak een wens van scholen.

Welke modellen zijn er?


Globaal gezien zijn er 4 schooltijdmodellen die gebruikt worden in Nederland. Zolang het aantal lesuren van 940 uur per jaar maar wordt gehaald, hebben scholen sinds 2006 veel meer vrijheid:
  1. Het traditionele model: van 08.30–15.15 u., met pauze van 12.00–13.00/13.15 u. Voor veel kinderen BSO voor en na school en TSO tussen de middag;
  2. Het vijf-gelijke-dagen-model: van 08.30 – 14.00 u. dus ook op woensdagmiddag school;
  3. Het continurooster: kortere schooldagen meestal tot 14.45 u. en wel een vrije woensdagmiddag maar kortere lunchtijd. De precieze tijden kunnen verschillen per school of per plaats.
  4. Het 7-7 model: kinderen zijn binnen één gebouw de hele dag onder de pannen voor BSO en school. Ouders kunnen flexibel vakantie opnemen en zelf de tijd indelen;
Ook heb je nog het bioritmemodel, het Hoornse model en scholen die zelf een model bedenken.

Onze directeur wil een andere schooltijden invoeren m.i.v. volgend schooljaar, mag dat zo maar?


Nee, dat mag niet zo maar en zal ook niet zo maar worden ingevoerd. Hier gaat een heel traject aan vooraf wat begint met een vraag, oriënteren (welke mogelijkheden zijn er), informeren (wat zijn de voor- en nadelen van de modellen), overleggen met het team, de MR en natuurlijk ook de ouders op de hoogte brengen en raadplegen. Vaak probeert men de neuzen dezelfde kant op te krijgen, soms ook d.m.v. een ouderbijeenkomst en of enquête. De oudergeleding van de MR heeft wel degelijk instemmingsrecht als het gaat om invoeren van andere schooltijden.

Wat kunnen wij als overblijfmedewerkers doen als de school een ander rooster in wil voeren?


Overblijfouders hebben echt een belangrijke stem en moeten die laten horen. Laat je dus in elk geval goed informeren over de voor- en nadelen van een ander schooltijdenmodel. Dat kan ook tijdens een overblijfcursus of tijdens een overleg. Vraag ook naar de argumenten: Waarom wil de school of de vereniging dit? Welke voordelen denken zij dat het oplevert? Informeer ook bij andere scholen naar hun ervaringen.

Als de vraag is ingegeven door de ouders of de directie is het goed om ook naar de belangen van de kinderen te kijken. Wat zijn hun behoeften en hoe kan daaraan voldaan worden tijdens de pauze.

Zorg dat iemand van het overblijfteam zitting heeft in de MR. Zo houd je een korte lijn. Ook voor de financiën van de overblijf is het handig lid te zijn van de MR, daarin heeft zij ook instemmingsrecht.

Wij zijn het niet eens met de korte pauze voor de kinderen in het nieuwe rooster, wat kunnen we nog doen?


De beste tactiek is: zorgen voor een goede overblijf die loopt als een trein. Als de kinderen, de ouders en de school tevreden zijn, zal de roep om andere schooltijden misschien niet zo hard klinken.