Kinderen vertonen gedrag
Positief gedrag en soms ook gedrag dat gevaarlijk is of waar anderen last van hebben, wat niet is afgesproken. Dan moet je antwoord geven, reageren. Je kunt heel kort zeggen dat het niet mag, je kunt een ik-boodschap geven en kan het ook op een andere manier? En het liefst zo dat ze er ook iets mee doen? Oftewel; hun gedrag veranderen?
Wat is hier mis?
1+1=2, 2+1=3, 3+1=5, 4+1=5. Wat zie je? Bijna iedereen zegt dan; "Hé, ik zie een fout." Het valt meteen op, als een automatisme. Zien wat er fout is en daar de nadruk op leggen i.p.v. wat er goed gaat. De aandacht in de opvoeding gaat bijna automatisch uit naar wat er fout gaat. Negeren van negatief gedrag kan soms effectief zijn, behalve natuurlijk als het gevaarlijk is. Je kunt bijvoorbeeld even afwachten hoe het uitpakt of dat de kinderen het zelf oplossen.
Van vragen word je wijs
Stel nou dat je kinderen iedere keer moet corrigeren en het lijkt alsof ze niets leren. Ik was vorige week op een congres voor beeldcoaches in het onderwijs en hoorde een interessant betoog van Lia Voerman die vijf jaar onderzoek heeft gedaan naar feedback geven. Het belangrijkste wat ik onthouden heb is, dat als we willen dat iemand iets leert, we veel meer vragen moeten stellen. Het blijkt ook dat we liever vertellen hoe het wel moet, aanwijzingen geven dan vragen waarom iemand iets doet.
Waarom – Daarom
"Waarom deed je dat nou?" wordt vaak door kinderen beantwoord met "Daarom…" Daarom is geen reden, hebben we geleerd, als je van de trap afvalt, ben je gauw beneden. Wat voor vragen stellen we kinderen en vooral, hoe luisteren we naar het antwoord? Heel jonge kinderen hebben niet altijd het vermogen om op zo’n vraag te antwoorden. "Gewoon…" Daarvoor met je over jezelf kunnen nadenken. Dus soms moet je de vraag anders stellen.
Gedrag en behoefte
Gedrag komt voort uit een behoefte. Om erachter te komen wat die behoefte is, blijft de piramide van Maslow een mooi model. Is het fysiek (bewegingsonrust, honger, moeheid, slaap, enz.)? Of komt het voort uit veiligheid (hoor ik er wel bij, mag ik meedoen, etc.)? Door vragen stellen, goed kijken naar gedrag, luisteren en checken of je het antwoord snapt, voelt een kind zich gehoord en gezien.
Positief ☺
"Goed zo" alleen is dus onvoldoende, we moeten ook zeggen wat we goed vinden. Bijvoorbeeld: "Ik zag hoe goed jij stil was toen ik het vroeg vandaag" of "Goed zo, jij hebt vandaag 1 broodje helemaal zelf opgegeten!" Of "Mooi hoe jullie vandaag met elkaar gevoetbald hebben zonder te schelden." Als het je lukt om een kind te complimenteren op zijn inspanning om het goed te doen, dan leert een kind!