zondag 29 maart 2015

rubriek: ,

Streng of duidelijk zijn?

Sommige kinderen lopen gewoon rond met hun brood, dan roep ik: “Ga zitten”. En dan moeten ze dat ook doen. Ja, en dan niet met hun benen naast de tafel maar gewoon netjes eronder. — Zomaar een opmerking van een tso-medewerker. Ze houdt van duidelijke regels en communiceert die met de kinderen.

De kinderen vinden deze tso-medewerker heel streng


Voor hun gevoel mogen ze helemaal niets, ze mogen niets in de prullenbak gooien, even met een vriend praten of zitten zoals ze willen. Zo is het niet leuk meer, het is toch onze pauze?!

Hoe komt het dat deze tso-medewerker zo streng overkomt?


Ze herinnert de kinderen niet alleen aan een regel maar dwingt hem in feite af, er ligt weinig eigen inbreng bij de kinderen. Ze krijgen het idee dat er niets mag en dat ze alles fout doen.

Streng optreden zit hem in:
  • Woordkeuze, zinnen als Jij moet luisteren!, Zitten!, of He, Pieter!!!!
  • Je stem, kortaf, hard, afstandelijk.
  • Je houding, handen in je zij, indringende ogen.
  • Afdwingen, er gebeurt nu wat jij wilt!

Laat ik voorop stellen dat er momenten zijn waarop je streng moet zijn. Als een kind iets doet wat echt niet kan, bijvoorbeeld een ander kind schoppen of slaan, of als je iets te vaak moet vragen.

Hoe zou de tso-medewerker duidelijk kunnen zijn tegen de kinderen?


Als je ze herinnert aan de afspraak kun je dat op een neutrale vriendelijke manier doen: Jongens, de afspraak is dat je op een stoel zit als je eet. Ik zie jullie rondlopen. Gaan jullie even zitten.

Humor kan ook helpen. Als je aan een kind vraagt of je even lijm moet gaan halen staan ze vast gek te kijken: Dat is om te zorgen dat je op je stoel blijft zitten.

Je kunt een kind ook voorstellen zijn/haar stoel mee te nemen en bij zijn/haar vriendje te gaan zitten.

Door al deze voorbeelden ontstaat er een positieve en gezellige sfeer. De kinderen weten de afspraak, jij doet niet ‘zo moeilijk’ en de bereidheid van de kinderen om te luisteren wordt groter.

Als je met kinderen werkt, dan weet je dat niet alle kinderen meteen luisteren


In dat geval kun je naar het kind toe gaan en tegen hem of haar zeggen: Ik zie je nu nog steeds lopen met je brood, terwijl de afspraak is dat je zit als je eet. Zal ik jou een plek aanwijzen of ga je nu op je stoel zitten?

Wanneer het kind dan nog niet luistert, is het tijd om streng te worden: Nu moet ik voor de derde keer vragen of je gaat zitten, loop maar met mij mee. Jij zit nu hier tot je klaar bent met eten. Je hebt namelijk net gezegd dat je een plek zou aanwijzen en dat doe je dan ook. Die plek is natuurlijk niet gezellig bij zijn of haar vriendjes maar alleen aan een tafeltje of naast jou.

Je bouwt het dus op:

  1. Herinner ze aan de afspraak en vraag of ze zich er aan houden
  2. Wijs ze er op dat ze zich nog steeds niet aan de afspraak houden en noemt een gevolg (consequentie)
  3. Wees streng en hou je aan je consequentie (in dit geval wijs je een plek aan)

Ik hoop dat je gaat merken dat de sfeer in de groep positief veranderd door deze manier van aanpak. Succes!

Ellen de Looff, Gewoon Opgroeien