dinsdag 21 oktober 2014

rubriek: , ,

Wiebes: Naheffing op vergoeding tso-medewerkers is terecht en boetes worden niet ingetrokken

Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft antwoord gegeven op de vragen van de Tweede Kamer. De strekking is dat de naheffing bij de getroffen scholen op de vergoedingen aan tso-medewerkers terecht is en de opgelegde boetes niet zullen worden ingetrokken.

Deze antwoorden ervaren wij als teleurstellend


Naar aanleiding van een mega-naheffing bij een scholengemeenschap i.v.m. de door hen verstrekte vrijwilligersvergoeding aan tso-medewerkers zijn er vragen gesteld aan de 2e Kamer. Eric Wiebes, staatssecretaris van Financiën heeft, ook namens het Ministerie van OCW, antwoord gegeven op de 10 vragen. Lees de Brief met antwoorden van Staatssecretaris Wiebes van Financiën aan de Tweede Kamer.

Er is geschreven over individuele gevallen en inderdaad elke organisatie is anders. Wat wij missen in de antwoorden is dat het gaat om de totale tijdbesteding die een vrijwilliger besteedt aan de werkzaamheden.

Wat viel ons op aan de antwoorden


Bij de beantwoording van vraag 4 gaat het over de feitelijke omstandigheden t.w. over het wel of niet bepalen of er sprake is van een dienstbetrekking. Bij het overschrijden van de vergoeding kan er dus sprake zijn van een dienstbetrekking. In dat geval is de instelling (lees Scholengemeenschap) dus verantwoordelijk voor afdracht loonheffing en premies.

Bij het antwoord op vraag 6 is gesproken over de financiële administratie en er een deugdelijke vastlegging moeten plaatsvinden zodat is voldaan aan de voorwaarden van de vrijwilligersvergoeding. Bij de verwijzing naar het Handboek Loonheffingen van 1 oktober 2014 staat o.a. het volgende over de vrijwilligersvergoeding:

Een vrijwilliger is iemand die alleen een beloning krijgt die binnen de grenzen van een vrijwilligersvergoeding blijft. Een belangrijk kenmerk van vrijwilligerswerk is namelijk dat een vergoeding niet in verhouding staat tot het tijdsbeslag en de aard van het werk. Van een vrijwilligersvergoeding is sprake als iemand vergoedingen of verstrekkingen krijgt met een gezamenlijke waarde van maximaal € 150 per maand en maximaal € 1.500 per kalenderjaar.
Als u binnen deze maximumbedragen iemand een vergoeding of verstrekking per uur betaalt, dan beschouwen wij een uurvergoeding van maximaal € 4,50 (of € 2,50 voor een vrijwilliger jonger dan 23 jaar) als vrijwilligersvergoeding. Daarom hoeft u over die bedragen geen loonheffingen in te houden en af te dragen. Ook hoeft u geen urenadministratie bij te houden.

En daar is mogelijk het verschil in inzicht ontstaan


Wat verwarrend is, is dat er geen urenadministratie hoeft worden bijgehouden, maar er mag niet meer dan € 4,50 per uur worden vergoed.
Terugkomend op vraag 4 en 6, zijn de belangrijkste vragen in deze zaak volgens ons:
  1. Hoeveel heeft de getroffen Scholengemeenschap vergoed aan de vrijwilligers i.v.m. de verwijzing naar de overschrijding?
  2. Hoeveel tijdsbesteding blijkt er uit de administratie?
Vaak is een "Overblijf" ontstaan uit een goed bedoelde bijdrage van ouders die, betaald of onbetaald, als vrijwilliger werkzaam zijn bij de tussenschoolse opvang. Samen hebben zij vaak deze organisatie opgezet onder toezicht van een Ouderraad. Kennis van belastingzaken is niet hun core business. Het goed verzorgen van een prettige en veilige lunchpauze voor basisschoolkinderen wél.

Veel schoolbesturen zijn niet altijd goed op de hoogte van de wet- en regelgeving


De scholengemeenschap die de naheffing heeft gekregen gaat tegen de uitspraak in beroep. Wij blijven dit volgen en houden u op de hoogte. Ten slotte raden wij u aan u te laten adviseren door ervaren TSO-adviseurs.